De juiste tijdsbenadering

Allah zegt: “Bij de tijd. Voorzeker, de mens is te midden van verlies. Behalve degenen die geloven en goede werken doen, en elkander tot waarheid, en geduld aansporen.” [Surah Al-Asr]

Een dichter zei: “Als de dood het einde van het leven is, dan maakt het niet uit of het leven lang of kort is.”

Hassan Al-Basri zei: “Oh zoon van Adam. Je bent slechts een bundeltje dagen. Terwijl iedere dag voorbij gaat, verdwijnt daarmee een deel van jou.”

Een dichter zei: “De mens geniet zolang de nachten voortduren en voorbijgaan. Zoals zij verdwijnen, zal ook hij stap voor stap vergaan.”

Imam Ibn Djawzi zei: “Iedere ademhaling van de mens is een voetstap naar zijn dood.” [Laftatul Kabd]

De Profeet [SallAllahu 'alayhi wa selam] heeft het volgende citaat ontleend aan de boeken van Ibrahim ['alayhi selaam]: “Een intelligent mens moet zijn tijd in vier perioden opdelen: [1] Een periode waarin hij praat met zijn Heer. [2] Een periode waarin hij zichzelf onderzoekt. [3] Een periode waarin hij nadenkt over de Schepping van Allah, de Verhevene. [4] Een periode waarin hij zich wijdt aan zijn behoeften van eten en drinken.” [Gerapporteerd door Ibn Hibbaan in zijn collectie sterke ahadeeth in een lange hadeeth verhaalt door Abu Dhar]

Mu'aadh Ibn Jabbal verhaalt dat de Profeet [SallAllahu 'alayhi wa selam] heeft gezegd: “De mens zal op de Dag der Opstanding niet eerder worden vrijgesproken en niets zal hem eerder worden kwijtgescholden, voordat hij is ondervraagt over vier gunsten: [1] Zijn leven, met welke bezigheden heeft hij het doorgebracht? [2] Zijn jonge jaren, voor welke bezigheden gebruikte hij deze periode? [3] Zijn bezit, hoe vergaarde hij het en wat gaf hij ervan uit en waaraan? [4] Zijn kennis, welk nut heeft het gedient?” [Overgeleverd door Al-Bazaar en At-Tabarani met een Saheeh isnaad]

Ibn 'Abbas verhaalt dat de Profeet [SallAllahu 'alayhi wa selam] heeft gezegd: “Benut vijf dingen voor vijf anderen: [1] Je leven voordat je dood gaat. [2] Je goede gezondheid voordat je ziek wordt. [3] Je vrije tijd voordat je in beslag word genomen. [4] Je jeugd voordat je oud wordt. [5] Je rijkdom voordat je arm wordt.” [Overgeleverd door Haakim en Al-Bayhaqi]

Ibn 'Abbas verhaalt dat de Profeet [SallAllahu 'alayhi wa selam] heeft gezegd: “Veel mensen verliezen op het gebied van twee gunsten; gezondheid en vrije tijd.” [Saheeh Bukhari]

In deze context zei Abu 'Atahiyah in zijn gedicht: “Jeugd, te veel vrije tijd en geld zijn een ramp. Inderdaad voor de mens een ramp.”

Een geleerde zei eens tegen een jongere: “Werk voordat je niet meer in staat bent om te werken. Ik wil werken maar ik kan het niet [meer].”

Hafsah bint Sirin was gewend te zeggen: “Oh jullie groep van jeugdigen! Werk, want werkelijk, echt werken vindt plaats in de jeugd.”

Een gezegde, dat populair is onder de Moslims luidt: “Werk voor de geneugten van de wereld alsof je eeuwig zult leven; en werk voor de geneugten van de hiernamaals alsof je morgen zult sterven.”

Hassan Al-Basri zei: “Ik heb geleefd onder mensen die op hun tijd zuiniger waren dan jullie mensen zijn op jullie geld.”

Een dichter zei: “Mijn bezigheden van de dag zal ik niet, vanwege luiheid, uitstellen tot morgen. Want werkelijke de dag van een luiaard is altijd morgen.”

Een geleerde man zei: “Voor ieder mens zijn er slechts vier momenten.. Momenten van vrome daden, van comfort, het plegen van zonden en van droefenis. En tijdens elk van deze momenten is er een vereist deel van dienstbaarheid van jou tot Allah. Dit is een plicht van jou krachtens Zijn heerschappij.

Dus op het moment van het verrichten van een vrome daad behoort de mens zijn dienstbaarheid aan Allah te tonen. Door de gunsten voor hem te waarderen en er zich tevens van bewust te zijn, dat het Allah is, Die hem heeft geleid tot zijn vrome daden en hem de kans heeft gegeven deze te verrichten.

En op een moment van comfort behoort de mens zijn dienstbaarheid tot Allah te tonen door dankbaarheid. Want dat is de vreugde over datgene, dat Allah teweeg heeft gebracht; die door het hart word opgenomen.

En als de mens zich bezighoudt met het verrichten van een slechte daad, behoort hij zijn dienstbaarheid tot Allah te tonen, door het hebben van berouw en het vragen van vergeving.

En als de mens zich bevindt in een moment van droefenis behoort hij zijn dienstbaarheid tot Allah te tonen door deze smart te accepteren en door het hebben van geduld.”

Een dichter zei: “De tijd is niet meer dan twee momenten; je peinst over het verleden en je speculeert over de toekomst.”

Al-Ghazali zei: “Er zijn drie soorten uren: [1] Het uur, dat voorbij is gegaan en dat niet langer inspanning vergt van een deel van de mens. Onafhankelijk van hoe het is verbracht, in luxe of in moeilijke omstandigheden. [2] Het uur, dat in de toekomst ligt en dat nog niet is gearriveerd. De mens kan niet weten of hij lang genoeg zal leven om erin te verblijven, ook weet hij niet wat Allah [Subhanahu wa Ta'ala] ervoor heeft bepaald. [3] Het uur van dit moment, waarvoor hij zich tot het uiterste behoort in te spannen om zijn plicht tot de Heer te volbrengen, zodanig dat hij geen reden had om er spijt van te hebben als hij het volgende en het daaropvolgende uur niet zou kunnen beleven.” [Ihya 'Ulumu Deen]

Imam Hassan Al-Basri zei: “Pas op voor het uitstellen van zaken en deze dan voor je uitschuiven. Je maakt jezelf volledig en vernieuwt jezelf door middel van vandaag en niet door middel van morgen..”

Shawqi zei: “De hartslag van de mens zegt steeds tegen hem, het leven is slechts minuten en seconden van tijd..”

Imam Ibn Qayim zei: “Het verknoeien van tijd is rampzaliger dan de dood. Want het verknoeien van tijd snijdt je af van de goede geneugten van Allah en van het goede leven in het hiernamaals. Terwijl de dood je van het leven en van zijn inwoners afsnijdt.” [Al-Fawaa'id]

Een vrome dichter zei: “Laat voorziening zijn een vroom geloofsleven, want je weet niet of je, als de nacht valt, de volgende dag zult beleven. Want vele stierven zonder enige kwaal, en velen leefden lang, maar met een ziekteverhaal. Vele jongeren bleven leven, in vertrouwen, tot aan een zekere dag. Want op die dag, zonder dat ze het wisten, was er hun doodskleed dat voor hen klaar lag.”

Er werd gezegd: “We zoeken de fout in onze eeuw, terwijl die ligt bij ons. Onze eeuw kent geen gebreken, behalve die van ons. We geven af op de Eigenaar van de Tijd, terwijl schuldig is niet Hij. Als de tijd tot ons zou spreken, wie zouden er dan worden bespot? Wij!”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten